Theater aan zee, 30 juli – 8 augustus 2009
Uit Isel 31, juli-augustus 2009 (interview Arno en Jan Goossens):
De rode draad die Hintjens en Goosens het sterkst doortrekken, is die tussen Brussel en Oostende. ‘We wonen allebei in Brussel en zijn gefascineerd door die stad. Het was dus logisch dat we die connectie zouden benadrukken’, vindt Jan Goossens. ‘De historische links vallen natuurlijk onmiddellijk op, bijvoorbeeld door figuren zoals Leopold II. Maar ook het hedendaagse Oostende is meer verwant met Brussel dan de meeste andere Vlaamse steden van die omvang. Ze is meertalig, een soort transitstad waar mensen met allerlei achtergronden passeren. Dat alles gaf me een aantal aanknopingspunten om tot een Brussels theaterprogramma te komen.’ Dé sleutelvoorstelling in dat opzicht wordt Gembloux van Ben Hamidou en Sam Touzani. Op een vergeten kerkhof in Gembloux rusten zo’n 340 Noord-Afrikaanse ‘vrijwilligers’, tijdens WOII ingelijfd bij het Franse leger. De slag bij Gembloux richtte onder hen een waar bloedbad aan, maar toch lijken ze door de geschiedenis vergeten. Ben Hamidou en Sam Touzani gingen op zoek naar ‘de waarheid’ in een voorstelling die afwisselt tussen ironie en ernst. ‘Hamidou en Touzani zijn wellicht de meest Brusselse Brusselaars uit het hele programma. Naast Toots Thielemans –die al seen van onze groten op de jazzavond spelt– zijn zij de enige artiesten die in Brussel geboren en getogen zijn. Dat wil ik duidelijk maken. Ze spelen hun voorstelling in het Frans, met Nederlandse boventiteling.’
‘Oostende was vroeger, eind 1800 en begin 1900, een van de belangrijkste kunststeden van Europa –en ik zeg wel degelijk kunst, hé, niet kust!’ vertelt Arno. ‘Iedereen is daar gepasseerd, van Karl Marx over Rimbaud tot Eiffel. Alle belangrijke avant-premières, van Sarah Bernhardt tot Mistinguett, vonden plaats in Oostende, pas daarna gingen ze naar Londen.’ Arno bijt zelf de spits van zijn muziekprogramma af met Arno’s Stoemp. ‘Een stoemp is typisch Brussels’, zegt hij. ‘In de show breng ik oude en nieuwe nummers, maar dan allemaal opnieuw gearrangeerd en gespeeld door een groep die uit Brusselse muzikanten van allerhande origines bestaat. Ik woon tenslotte in de stad van Marie, Jean-Paul, Mustafa, Boris, John en Mohammed. Dat mag best eens in mijn muziek doorklinken.’ Wie het eerste Stoemp-concert op Couleur Café heeft gezien, afgelopen juni, kan alleen maar beamen dat de smeltkroes op het podium voor een swingend hoogtepunt vol reggae, bossanova, rock, maar evengoed Arabische, Balkan- en zigeunernoten zorgt.
Arno is dit jaar 60 geworden en staat 40 jaar op het podium, maar doet dat nog altijd met evenveel overtuiging en overgave als in het begin. ‘Ik kan niets anders’, zegt hij. ‘Als ik niet optreed, word ik ziek. Optreden is mijn leven. Ik creëer graag liedjes en zelfs in de studio zitten, opnemen en mixen, is allemaal best leuk, maar ik speel het liefst live. Bij een goed optreden zijn je lichaam en geest één. Het is als klaarkomen, alleen duurt het langer.’