Claire Chevallier en Jos van Immerseel zijn bezeten van pianofortes. ‘onder die oude piano’s zijn er geen twee gelijk’, zegt van Immerseel. Chevallier: ‘Het zijn de verschillen die de instrumenten zo fascinerend maken. Bij mensen is dat toch precies hetzelfde?’ Chevallier en Van Immerseel toeren momenteel met een selectie vierhandige stukken van Schubert. Ik kreeg van hen een schitterende rondleiding door de studio waar al hun oude piano’s verzameld staan – mét demonstratie op elk instrument.
‘Schubert heeft fantastische stukken geschreven voor vierhandig spel. Daar zou je makkelijk tien programma’s mee kunnen vullen’, zegt Jos Van Immerseel. Chevallier: ‘Bij het vierhandige spel vind je van de mooiste muziek die er is, maar het is heel complex om te spelen. Je hebt om te beginnen al geen plaats aan de piano. Zero!’ Van Immerseel pikt in: ‘Slechts een van de pianisten kan de pedalen bedienen, de andere mist dus een belangrijk deel van het instrument. Je kunt ook niet zo maar doen wat je wil met je dynamiek, want je moet rekening houden met je partner.’ Dat doe je dus niet zomaar met om het even wie? ‘Zeker niet’, zegt Jos Van Immerseel. ‘Je moet grotendeels hetzelfde willen om samen te kunnen spelen. In een goed ensemble heb je weinig woorden nodig. Je verstaat elkaar, je repeteert, je schaaft aan wat niet klopt en basta cosi! Als je al voor het spelen begint te discussiëren over tempo of instrumentkeuze, dan spreek je niet dezelfde taal.’ (Fragment uit RandKrant, oktober 2009.)