De werken van Renato Nicolodi zijn soms meters groot. Zulke monumentale betonnen sculpturen raak je niet kwijt in een klein atelier. Vandaar dat de kunstenaar enkele jaren geleden zijn heimat Dilbeek omruilde voor Borchtlombeek (Roosdaal). Hij en zijn vrouw vonden er een oud café met danszaal dat ze nu verbouwen tot een woning met een groot atelier. ‘Momenteel is het hier vrij leeg’, zegt Renato Nicolodi wanneer we de atelierruimte binnen komen. ‘Er staan verscheidene werken op twee tentoonstellingen in Antwerpen en in de Highlight Gallery in San Francisco. Maar als hier enkele grote werken staan, is zelfs deze ruimte al gauw te klein.’ Zijn sculpturen zijn allemaal direct geïnspireerd op architectuur. ‘Op een dag was ik met vakantie in Bretagne, waar ik al die bunkers uit de Tweede Wereldoorlog zag. Ze kwamen me bekend voor, terwijl ik ze nooit gezien had.’
Die herkenning kwam er door de oorlogsverhalen die hij als kind van zijn grootouders hoorde. ‘Mijn grootvader was Italiaan. In het begin van de oorlog was hij soldaat in het leger van Mussolini. Toen de Italianen zich aansloten bij de geallieerden, werd hij als krijgsgevangene naar een werkkamp in Frankrijk gevoerd. Op het ogenblik dat hij naar Duitsland gedeporteerd zou worden, kon hij naar België vluchten. Zo is hij hier terechtgekomen. Hij vertelde flarden verhalen, van de hak op de tak, die me altijd zijn bijgebleven.’ Ook zijn grootmoeder van moederskant was een vertelster. Wanneer hij op woensdag na school bij haar ging eten, vonden ze het allebei leuk als hij haar interviewde. ‘In het begin vond ze het vooral leuk om haar eigen stem terug te horen. Later kwamen de verhalen.’ Omdat Nicolodi bang was om de verhalen van zijn grootouders kwijt te raken, maakte hij van de interviews een regelmatige gewoonte. De tapes stapelden zich op en de woorden griften zich in zijn geheugen. Samen met de archetypische bunkerarchitectuur vormen ze vandaag zijn voornaamste inspiratiebron. ‘Je kunt die bunkers op zich ook beschouwen als sculpturen’, legt hij uit. ‘Ze zijn toonbeelden van machtsarchitectuur, maar aangezien hun oorspronkelijke context is verdwenen, bekijken we ze nu meer van op een afstand, zoals je naar een kunstwerk kijkt.’
Glad en fijn
De kunstenaar heeft een nieuwe editie klaar van het werk Observatorium I. Het staat te drogen in zijn siliconen mal en moet zodra het klaar is naar de tentoonstelling in Antwerpen. ‘Van het exemplaar op de expositie is een hoekje af, en dat kan ik niet verdragen’, zegt Renato Nicolodi. Hij pelt voorzichtig de siliconen mal van het beton af. Het materiaal is verrassend fijn van structuur. ‘Ik weet intussen één en ander van beton’, lacht hij. ‘Ik bouw mijn ontwerp eerst in hout, maak er dan een negatief van in siliconen en gebruik dat om het beton in te gieten. Als je beton zo glad wilt maken, moet de mal waterdicht zijn, want je beton moet heel plat zijn. Kan het water weglopen, dan wordt het resultaat ongelijk en ruw. Dankzij dit type mal zijn de hoeken van mijn werken perfect.’
Er zitten trapjes in de sculptuur, zodat je je als toeschouwer perfect kunt voorstellen hoe groot ze zou zijn als ze echt als gebouw werd neergezet. ‘De toeschouwer volgt de (mentale) weg naar binnen, via de trappen, en komt uit bij een centraal zwart gat, dat bedoeld is als reflectiepunt. De sculptuur nodigt je dus uit om even stil te staan en na te denken.’
(…)
Het volledige artikel is verschenen in RandKrant, januari 2013.