Een eenzame figuur doolt door een verlaten landschap. Haar lichaam is kwetsbaar, haar overlevingsinstinct sterk. Ze wil samensmelten met de voortdurend transformerende omgeving en wringt zich daarvoor in allerlei bochten. De poëtische dansvoorstelling The Lover van de IJslandse Bára Sigfúsdóttir neemt de complexe relatie tussen mens en natuur onder de loep.
De mens houdt van de natuur, maar heel gezond is de relatie niet. Hoewel passioneel en oprecht, is de liefde ook destructief en verstikkend. Ze bestaat nu, maar wat zal er op de lange termijn mee gebeuren? ‘De mens heeft een kortetermijnrelatie met de natuur’, legt Bára Sigfúsdóttir uit. ‘We putten er plezier uit, we doen er allerlei mee, maar in ons enthousiasme putten we alle grondstoffen uit en brengen we onomkeerbare schade toe. Ik vertel het publiek in mijn voorstelling niet wat het daar allemaal van moet vinden: ik stel liever vragen die de toeschouwer aanzetten tot denken.’
Transformatie
De danseres speelde al langer met het idee om een choreografie te maken over de natuur. Maar pas toen ze de fotoserie Les amants van de Franse kunstenares Noémie Goudal zag, viel de puzzel op zijn plaats. Ze koos de serie als inspiratiebron en vroeg de fotografe om de scenografie van de voorstelling te verzorgen. In samenwerking met Jeroen Verrecht van het bureau 88888 kwam een indrukwekkend, constant transformerend decor tot stand. ‘Die transformatie was belangrijk’, vindt Bára Sigfúsdóttir. ‘Want ook in de natuur is alles continu in beweging, niets is statisch, niets staat ooit compleet stil.’ Meer details mogen we niet prijsgeven: ‘De reactie van het publiek op de veranderingen moet echt zijn. Het zou jammer zijn als het vooraf al wist wat er zal gebeuren’, glimlacht ze.
Improvisatie
In dat veranderlijke decor danst Bára Sigfúsdóttir solo. Ze werkte de choreografie uit op basis van improvisaties. ‘Als ik aan een choreografie begin, bijt ik me vast in het thema’, vertelt ze. ‘Ik lees erover, kijk naar films… Op een gegeven moment stap ik de dansstudio in met al die informatie in mijn achterhoofd. Ik zet passende muziek op, en ik kijk wat mijn lichaam ermee kan aanvangen.’ Die improvisatiesessies neemt ze op op video en ze laat de beelden een aantal dagen liggen voor ze ernaar kijkt. ‘Dan probeer ik er objectief naar te kijken, alsof ik niet mezelf, maar naar een onbekende danser bezig zie’, zegt ze. ‘Ik pik eruit wat bruikbaar is en bouw daarop voort. Op de duur ontstaat een scène. Verschillende scènes boetseer ik samen tot een voorstelling.’
Voor The Lover heeft ze vooral gewerkt met bewegingen van geïsoleerde lichaamsdelen. ‘Kleine, gedetailleerde bewegingen’, zegt ze. Want die passen voor haar perfect bij het uitgangspunt. ‘Als je in de natuur gaat wandelen, hoor je het geluid van je voetstappen op de grond. In de stad gebeurt dat zelden – zelfs als je hoge hakken draagt, gaat het geluid op in de omgevingsruis. In de natuur – met al die ruimte rondom je – is alles heel erg aanwezig. De zon kust je gezicht, de wind waait door je haar. Kleine dingen vragen aandacht en openen de zintuigen. Ik heb onderzocht hoe ik dat kon overbrengen in dans.’
Borko
Ook de muziek krijgt een aanzienlijke rol in The Lover. ‘Ik heb ervoor samengewerkt met de IJslandse muzikant Borko’, vertelt Bára Sigfúsdóttir. ‘Hij gebruikt vaak natuurlijke geluiden en zet die om in iets anders: het geluid van een waterval manipuleert hij bijvoorbeeld zo, dat het op de duur industrieel gaat klinken. Borko laat elektronische muziek, klassieke instrumenten en natuurlijk geluid samengaan. Wat hij voor The Lover heeft gemaakt, klikte onmiddellijk met de rest van de voorstelling. En zo komt het dat er momenten zijn waarop de dans centraal staat, maar evengoed krijgen nu eens de scenografie en dan weer de muziek de overhand. We hebben een evenwicht gezocht tussen al die elementen.’
Brussel, centrum van de dans
Bára Sigfúsdóttir studeerde dans in IJsland, Nederland en aan P.A.R.T.S., de dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker. Nadien bleef ze in Brussel wonen. ‘België is wereldberoemd om zijn hedendaagse dans’, vertelt ze. ‘En de dansscène is hier ook ontzettend rijk. Het voelde dus heel natuurlijk om te blijven, me te laten inspireren door al die dansers en choreografen die hier werken en optreden, en mijn eigen werk ook van hieruit vorm te geven. Als je iets wil doen met hedendaagse dans, is Brussel de plek waar je zijn moet.’
Dit artikel verscheen in RandKrant, maart 2016.