RECENSIE KUNST
Noem het museum FeliXart in Drogenbos gerust een instapmuseum. Nu geeft het een snel en duidelijk overzicht van Belgische abstracte kunst. In vogelvlucht, maar dan met enkele stevige haltes.

De pijler van FeliXart is het oeuvre van Felix De Boeck, landbouwer-kunstenaar en pionier van de Belgische abstractie. In zijn lange leven (97 werd hij) zag, beleefde en verwerkte hij zo goed als de volledige twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis. Vanuit dat oeuvre zoomt het museum uit naar bredere verhalen, zoals nu dat van de abstracte kunst in België. De expo neemt je mee door een helder chronologisch parcours: voorlopers van de abstractie, de eerste golf Belgische abstracten na de Eerste Wereldoorlog, de tweede generatie die na jaren van windstilte post-1945 opstond. Lyrische en geometrische abstractie, mengvormen van beide. Veel nadruk krijgt de gevoelswaarde die Belgische abstracten veelal aan hun kleuren bleven toekennen. De inleiding is uitstekend, met interessant vroeg werk van onder anderen Ferdinand Schirren en Floris Jespers, of Jo Delahaut en Mig Quinet voor de tweede periode, tot en met Ann Veronica Janssens, Edith Dekyndt of Marthe Wéry voor het hedendaagse werk.
‘We heffen niet het vingertje, maar willen een nieuw publiek wél beelden leren lezen’, zegt directeur Sergio Servellón. Het schilderij Het paar van Edmond Van Dooren (1920) is een schoolvoorbeeld. Met een half oog zie je een abstract werk samengesteld uit gekleurde geometrische vlakken. ‘Maar als je goed kijkt, zie je twee figuren die elkaars hand vasthouden. Een kubistische versie van Klimts De kus, als je wil. Als je zo’n beeld één keer hebt gezien, zie je het elke volgende keer opnieuw.’