REEKS De Standaard, BUITENKUNST
Toen het kunstwerk Relais pas in het park stond, moest de brandweer uitrukken. Vuur? Rook? Nee hoor, een gesprek tussen bijen liet een oud paviljoen rood gloeien.

Na de renovatie verdiende de bib van Wevelgem een interessant kunstwerk. Niet zomaar een beeld in de hal, geen installatie voor de deur, niets op het dak. Misschien zou zo’n werk beter tot zijn recht komen in het park naast de bib? De twee oude paviljoenen bleken gesneden brood voor de Franse kunstenaar Céleste Boursier-Mougenot. Ooit waren ze de hoekpunten van het domein en de kasteelbewoners dronken er al eens hun middagthee. Sinds het kasteel gemeentehuis werd, hebben ze geen functie meer en waren ze een makkelijk doelwit voor vandalen. Nu ze het kunstwerk herbergen, blijven die uit de buurt.
(…)
Tienduizenden bijen
Bio art is nooit af en altijd onvoorspelbaar. Koen Vanmechelen weet niet hoe zijn metropolitan chicken er over pakweg tien jaar uit zal zien. Tomás Saraceno kan de spinnenwebben in zijn Hybrid webs nooit vooraf uittekenen. Ook Relais blijft dankzij de bijen altijd spannend. ‘Het zijn rustige bijen’, garandeert imker Bram Desloovere. ‘Een jong volk. Ze zijn nu met 25.000. Over enkele weken kunnen dat er gemakkelijk 45.000 zijn.’
De diertjes vliegen onverstoord af en aan door de openingen in de ramen, het nest in en uit. ‘Daaraan zie je dat ze zich goed voelen. Anders zouden ze geen stuifmeel halen.’ Ze bouwen druk aan de honingraten die vanuit een ronde bak naar beneden hangen. Een natuurlijke sculptuur, als het ware.
(…)

Naast de honingraten staat een zwarte microfoon. Een hypergevoelig ding dat alleen het gezoem van de bijen registreert. Spelende kinderen of overvliegende vliegtuigen hoort hij niet. Een algoritme zet het bijengeluid om in licht en mist voor het tweede paviljoen. Hoe actiever de bijen, hoe sneller de rode lichtflitsen elkaar opvolgen en hoe meer mist de installatie creëert.
‘Het paviljoen is het mooist in de avonduren, of ‘s morgens heel vroeg’, vindt Luc Lannoy, lid van de gemeentelijke kunstwerkgroep. Soms lijkt het of de ochtendnevel wat blijft hangen, dan weer brandt de rode gloed een mysterieuze sfeer. Op hete zomerdagen brengt de mist verfrissing. ‘Dan hebben de kinderen dolle pret’, bevestigt hij. ‘Dat was ook echt de bedoeling van Céleste. Relais moest een levend kunstwerk zijn. De naam staat voor een rustpunt of verbinding.’
Lannoy vertelt dat hij geregeld fotootjes toegestuurd krijgt van vrienden en kennissen: ‘Kijk, zo ziet het er nu uit!’ Het gebeurt ook dat je buurtbewoners met armen en voeten uitleg hoort geven bij het werk. ‘Of ze raken dankzij Relais geïnteresseerd in erfgoed en geschiedenis. Plots vragen ze zich af waarvoor de paviljoens vroeger dienden of hoe de ijskelder werkte die onder een ervan ligt.’
Ook tijdens rondleidingen merken de betrokkenen het keer op keer: Relais geeft stof tot nadenken. Je hebt de bijen zelf en hun geplaagde toestand in de wereld. Of de manier waarop de dingen continu veranderen en hoe alles met elkaar verbonden is. Het sociale bijenvolk stelt ook vragen over hoe mensen samenleven. ‘Alles zit erin, je kunt er uren over praten.’