Abattoir fermé en het appèl op de zintuigen

Abattoir fermé maakt zijn vijftigste productie

De eerste Abattoir-voorstelling die ik ooit zag, was Testament, in oktober 2006. De voorstelling overschreed de grenzen van enkele van mijn zintuigen flagrant. ‘Kots, kak, sperma en bloed. Wanhoop, pijn en schone schijn. Dat is het leven en dan ga je dood. Als we iets van Testament hebben begrepen, dan is het wel dat. Abattoir Fermé ramt het in je strot met alle mogelijke middelen. Zo goed als alle zintuigen worden aangesproken, overbelast, uitgedaagd. En dan nog een keer. En veel te lang. Je komt niet weg voor je het begrepen hebt’, schreef ik in een ongepubliceerde recensie voor het vak Theaterkritiek (Manama Teaterwetenschap, UA).

Toch moet ik toen iets gezien hebben wat mijn nieuwsgierigheid prikkelde. Ik heb sindsdien nauwelijks nog een productie van het Mechelse gezelschap gemist. Mijn directe reacties variëren, maar de fascinatie lokt me keer op keer naar de theaterzaal.

Snuff vond ik persoonlijk een hoogtepunt in het Abattoir-oeuvre. De voorstelling was woordenloos, gruwelijk, bloederig en tegelijk ontzettend beeldend en esthetisch. Ze deed me heel erg denken aan de beeldtaal uit de serie Royal Blood van de Nederlandse fotograaf Erwin Olaf. Die wekte eenzelfde zin voor gruwelijke esthetica in me op. De gruwel stoot af, maar de esthetica trekt je zozeer aan dat je je blik gewoon niet kunt afwenden. Het is een boeiend spel met zintuigen dat Abattoir vol overgave speelt. De makers bewegen zich continu in het boeiende grensgebied tussen te veel en precies genoeg, tussen afstotelijk en aantrekkelijk. Vandaar ook dat ze de zintuiglijke grenzen van de ene toeschouwer al makkelijker overschrijden dan die van de andere.

Het is natuurlijk maar één manier om de voorstellingen te bekijken, maar aangezien de inhoud van de voorstellingen in mijn ogen nauw aansluit bij deze esthetica van de gruwel, is het altijd een waardevol begin van interpretatie.

Op 21 april gaat in kc nOna Phantasmapolis – all the colors of the dark in première. Deze vijftigste productie van Abattoir fermé is tevens het tweede deel van de INDEX-trilogie en dus het vervolg op Snuff. ‘Een verhaal over vijf mensen en de gruweldaad die hen met mekaar verbindt’, meldt het gezelschap. ‘Over de diep en diepe zwarte waaier aan innerlijke duisternis. Het lijden, het verlies, het afscheid, het ten ondergaan en al de rest dat best van al in een zwarte gietijzeren coffre-fort opgeborgen wordt.’ En ook: ‘Teksttheater.’

Abattoir fermé creëert de INDEX-reeks als een soort archief van alle elementen waar het zijn unieke universum tien jaar lang uit heeft opgebouwd. De algemene sfeer die de productie zal uitademen, kunnen we aan de hand van de beschrijving min of meer raden. Het valt af te wachten welke elementen het gezelschap behalve de tekst nog aan dit tweede deel zal uitlenen. Deel 3 volgt normaal gesproken in juni. Samengenomen zal de INDEX-trilogie ons wellicht een goed beeld geven van hoe het gezelschap zichzelf ziet. Zijn tienjarig groeiproces, de plek die het voor zichzelf in het theaterlandschap heeft opgeëist, en vooral de taal die het op die plek wenst uit te schreeuwen.

www.abattoirferme.be

Stef Lernous schrijft de tekst, Tine Van den Wyngaert, Kirsten Pieters, Ruth Becquart, Steve Geerts en Chiel van Berkel spelen. Kreng (Pepijn Caudron) zorgt opnieuw voor de soundscape.
Première: 21 april in kc nOna
Premièrereeks in kc nOna: 21-24 april en 28 april – 1 mei. Aansluitend op tournee in België en Nederland.


Een reactie op “Abattoir fermé en het appèl op de zintuigen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s