‘Soms heb je voor een voorstelling niet meer nodig dan twee hele goede acteurs en een wonderschone tekst.’
Dat schrijft recensent Robbert van Heuven in Trouw. En het vat de nieuwe Faust van Zuidpool eigenlijk bijzonder goed samen.
Pjeroo Roobjee kreeg een goed jaar geleden de vraag van Jan Decleir – met wie hij al een lange theatergeschiedenis heeft – of hij voor hem en Koen De Sutter een nieuwe theaterversie van het Faustverhaal wou schrijven. Roobjee putte voor zijn versie niet alleen uit het bekende werk van Goethe, maar uit de verscheidene bestaande Faustverhalen. Hij noemt het zijne: Faust ofte Krakeling beneden de louteringsberg.
De taal die schrijver-kunstenaar Pjeroo Roobjee gebruikt in zijn Faust, is al half het stuk. Hij maakt in zijn eentje de hele discussie over Standaardnederlands versus verkavelingsvlaams overbodig. Als je naar de taal van Roobjee luistert, dan hoor je de rijkst denkbare variant van het Nederlands. Hij combineert zonder verpinken archaïsche woorden met populair hedendaags taalgebruik. Woorden en zinnen uit de standaardtaal krijgen het gezelschap van neologismen, dialectisch aandoende woorden… van alles wat de taal voller, mooier, melodieuzer maakt.
Roobjee heeft zijn woorden geschreven met de acteurs in het achterhoofd. Terwijl hij schreef, zag hij ze in zijn hoofd over het podium lopen. Decleir en De Sutter hebben vervolgens geen letter, zelfs geen komma aan de tekst veranderd. Ze houden ervan in zijn rijkdom én zijn gelaagdheid én al zijn mogelijkheden. ‘De ene dag’, zegt Jan Decleir, ‘kun je een scène tot tranens toe ontroerend brengen, de volgende dag maak je er een grap van.’ Ze kunnen blijven variëren in de manier waarop ze de tekst brengen en dat maakt het spannend voor hen, avond na avond. Koen De Sutter besluit: ‘Als je enkel de woorden hebt en je kunt het publiek de verbeelding schenken – ik denk dat er niets magischer is. En dat is toch net de bedoeling van toneel?’
Twee heel goede acteurs en een wonderschone tekst. Van Heuven slaat de nagel op de kop.
Vanavond en morgen te zien in CC Westrand, Dilbeek (waar ik een inleiding bij het stuk zal geven) en de komende maanden nog op tournee door heel het land.