De winter kent een laatste stuiptrekking wanneer beeldend kunstenaar Bert De Keyser ons verwelkomt in zijn tuin, deel van het golvende Brabantse landschap. ‘Voor de komst van de elektriciteitspost met de ongelukkige naam Breughelpost, waande je je hier – zeker met dit weer – in een schilderij van Breughel.’ Hij woont al heel zijn leven in dit glooiende landschap. Zijn wortels liggen 5 kilometer verderop, op dezelfde weg, iets dichter bij Brussel. De band met het landschap én met de stad is sterk. Hij laat er zijn werk door domineren. Sculpturen, tekeningen, litho’s, schilderijen – het landschap is wat de werken bindt. ‘Zelfs de naakten’, legt hij uit. ‘De welvingen van een vrouw zijn zoals die van het Brabantse landschap.’
Spiegelfilm
In de tuin staat een prototype van de sculptuur Reminiscentie. Het eigenlijke werk staat op een heuvel in Alsemberg. Een grote herdershond weerspiegelt de schaduw van zijn baas, die vermoord op de grond ligt, en de wijde omgeving. ‘De sculptuur herdenkt een grootoom van me, de laatste schaapherder rond Brussel. Zijn hond bracht zijn eten, in een handdoek rond zijn nek. Toen die op een dag met zijn pakketje naar huis terugkeerde, wist zijn vrouw dat er iets gebeurd was.’ Zo blikt het werk terug naar het verleden. Tegelijk legt de tweezijdige spiegel een brug naar heden en toekomst. Hij reflecteert het landschap en – bij helder weer – Brussel. Zo ontstaat een trage film van de veranderende omgeving. De seizoenen, de ingrepen, de oprukkende stad, het verdwijnende landschap. Het zit er allemaal in. Zowat alle elementen uit De Keysers oeuvre komen erin samen.
Dat blijkt ook wanneer we de sneeuw van onze schoenen kloppen en zijn atelier binnen gaan. De ruimte doet evenzeer dienst als archief. Metalen kasten vol tekeningen en schilderijen, mappen met krantenknipsels, maquettes van sculpturen, een oude lithopers die dienst doet als computertafel… ‘Het staat hier vol’, lacht de kunstenaar bijna verontschuldigend.
(c) Filip ClaessensEssentie
Bert De Keyser toont een map met vrouwelijke naakten. In enkele penseelstreken suggereert hij een welving, een vorm, een beweging. Net zo zijn zijn landschappen. ‘Alles is in beweging’, vindt hij. De kunstenaar tekent geen lijn of punt te veel: de essentie. Hij toont een aantal werken van hopvelden in alle seizoenen. ‘Vroeger was het hier bezaaid met hopvelden. Nu ligt er verderop nog eentje.’ Ook Brussel heeft hij vanuit alle mogelijke hoeken getekend. Daarvoor reisde hij de Rand af, zocht plaatsen vanwaar hij een goed zicht op Brussel had, ging zitten, tekende.
Obsessie
Het overvolle atelier van Bert De Keyser staat symbool voor zijn gevulde carrière. Toen hij 15 was, hield hij het college voor bekeken. ‘Ik vond het te streng, stak er niet veel uit en kreeg constant straf’, zegt hij. ‘Omdat ik graag tekende, lieten mijn ouders me naar Sint-Lukas gaan.’ Daar voelde hij zich op zijn plaats. ‘Kunst is een obsessie’, legt hij uit. ‘Ik herleef als ik teken.’ Hij had tentoonstellingen in het Rijksmuseum en het Rembrandthuis in Amsterdam, maar ook onder meer in Duitsland, Sovakije, Hongarije, de VS en Japan. ‘Het spannendste aan een groot project is toch vooral de deadline: het moet af raken.’ Vooral het groots opgezette Rembrandt-Mondriaanproject in Amsterdam (1996) heeft voor veel nagelbijten gezorgd. Voor de gelegenheid had De Keyser het Museumplein ingekleed met grote gele kaders, die de blik van passanten moesten richten. 17 opleggers en een aantal kranen rukten aan op een moment dat de stenen uit de grond vroren. ‘De omstandigheden voor de opbouw waren moeilijk, dus dat was heel bijzonder.’
Momenteel legt Bert De Keyser zich weer toe op zijn muzikantenportretten. Hij heeft er al zo’n 6000. Jef Neve, Kris Defoort, de familie Kuijken, Jos Van Immerseel… ‘Elke muzikant speelt anders, dus is ook elke tekening anders. Soms worden het bijna realistische portretten, soms zijn enkele lijnen genoeg. Het hangt af van de muzikant in kwestie. Ik ken als het ware niks van muziek’, zegt hij. ‘Maar door de muzikanten te tekenen, kruip ik in hun wereld. Dat is evenzeer een parallel met het landschap: ook daar kruip je helemaal in. Het is een manier om het te begrijpen.’
RandKrant, april 2013.