De lente doet eindelijk en uiterst voorzichtig zijn intrede wanneer we het atelier van Patrick Crombé bezoeken. ‘Dit beeld is net af’, zegt hij. Het werk staat buiten, in de zon. Het exploreert de ronde vorm en is gemaakt van zwart marmer. De kunstenaar draait de beweegbare bol om op zijn sokkel van wit Carrara-marmer. ‘Zwart marmer is een moeilijk materiaal, omdat het hard is en broos tegelijk, als glas, bijna.’ Het bovenste gedeelte van het beeld is uit één steen gehouwen. Toch lijkt het – voor wie niet goed kijkt – of er verscheidene materialen in gebruikt werden. ‘Ik speel in op de diverse texturen die je uit een steen kunt halen’, vertelt Crombé. ‘Dat noemen ze ook wel de huid van de steen. Dit deel is gezaagd en dit gepolijst’, toont hij. ‘Dit is gesiseleerd en dat stuk is gebouchardeerd, zoals ze zeggen.’
Daglicht
Wanneer Patrick Crombé zijn blik opricht, kijkt hij uit over weides waarin pony’s staan te grazen. Een inspirerend uitzicht, lijkt ons. Maar de voornaamste reden waarom de beeldhouwer graag buiten werkt, is het daglicht. Je hoeft niet met allerhande spots in de weer om klaar te zien waar je mee bezig bent. Precies daarom reist hij ook graag naar Carrara in het Italiaanse Toscane. De marmergroeven geven er al sinds de Romeinse tijd het witst denkbare marmer prijs, de steen waaruit Michelangelo zijn David hieuw. ‘Ik was als kind voor het eerst in Carrara, mee met mijn vader.’ Crombé komt uit een steenkappersfamilie. Zijn vader, groot- en overgrootvader hadden een bedrijf dat steen kapte voor grafzerken, vloeren en zo meer. De beeldhouwer groeide op met één been in het atelier. ‘Steen is een schitterend materiaal. Ik vond dat je er meer kanten mee uit kon.’ Als tiener overwon hij zijn schroom en ging aan de academie leren beeldhouwen. Daarna volgde Sint-Lucas. En algauw lonkte Carrara weer. ‘Ik stapte in mijn auto en weg was ik. Ik trek er nu al 30 jaar op rij naartoe.’ Patrick Crombé huurt er een plaats in een groot atelier. Het is er heerlijk werken. De zon schijnt, de mensen zijn vriendelijk en alle steen die je je maar kunt wensen ligt binnen handbereik. Als je grote blokken ‘bianco carrara’ wil, dan kun je die zelf in de groeve gaan kiezen. ‘We trekken er dan met zijn tweeën naartoe, met onze bottines aan, door de modder.’ Een helm laten ze vaak achterwege, want ze ‘zijn tenslotte in Italië’ en daar zijn regels al eens voor interpretatie vatbaar. Crombé kiest er bewust voor om alles zelf te doen. ‘Van groeve tot tentoonstelling’, zegt hij. ‘Want dan pas heb ik het gevoel dat het werk echt van mij is.’
Een spel, een dans
Patrick Crombé werkt volgens de taille directe: hij begint te beeldhouwen zonder ontwerp of maquette. Hij heeft zo ongeveer een idee in zijn hoofd en hij begint. ‘Als je werkt met een maquette, is de creatie af nog voor je met je steen bezig bent. Met de taille directe duurt de creatie tot het laatste ogenblik. Dat vind ik veel boeiender.’ Als beginnend beeldhouwer gebruikte hij wel nog een maquette. ‘Je leert nog, dus je hebt een houvast nodig. Later wordt beeldhouwen een spel, een dans met de steen.’
Het volledige artikel, sluitstuk van de reeks ‘Ateliers in de Rand’, is verschenen in RandKrant van juni 2013.