Een man sluit bij een arm gezin het water af. De vrouw is thuis met haar twee kinderen. Ze kijkt toe, maar zegt niets. Die avond gaat ze met het hele gezin op de sporen achter het huis liggen en laat ze de trein hun lot bezegelen. Is de waterafsluiter verantwoordelijk voor de dood van die mensen? Wat voor iemand is hij? Is de samenleving verantwoordelijk? En wie is die vrouw die haar man en kinderen meeneemt in de dood? Waarom doet ze wat ze doet? Waarom gaat haar echtgenoot in haar beslissing mee? Al die vragen en meer cirkelen door de voorstelling De waterafsluiter, zoals ze eerder cirkelden door het hoofd van acteur, co-auteur en co-regisseur Dirk Roofthooft.
Dirk Roofthooft baseerde de monoloog op een gelijknamig kortverhaal van Margueritte Duras. Naar aanleiding van de première in maart 2013 interviewde ik de maker voor Staalkaart. Vanaf 21 februari 2014 herneemt Dirk Roofthooft zijn monoloog. Ik herneem (een stukje van) het artikel.
Reconstructie van afwezige woorden
In De waterafsluiter probeert Marguerite Duras het stilzwijgen van de geschiedenis literair te reconstrueren. ‘Je voelt meteen dat het verhaal echt is, dat ze het niet bij elkaar gefantaseerd heeft’, vindt Dirk Roofthooft. De auteur las over het gezinsdrama in de krant: een fait-divers. Blijkbaar was de vrouw na het bezoek van de waterafsluiter nog iets gaan drinken in een café. Niemand weet wat ze daar gezegd heeft en dat intrigeerde Duras. ‘Net dat is voor haar literatuur: trachten te achterhalen wat de woorden waren of hadden kunnen zijn. Mochten de historische woorden bekend zijn, ze zou er nooit een tekst over hebben geschreven.’ Het is niet verwonderlijk dat die reconstructie van afwezige woorden Dirk Roofthooft treft. Precies zo’n zoektocht voert hij zelf dag na dag. ‘Ik ben altijd het meest geïnteresseerd in wat een tekst, een schilderij, een acteur níét laat zien. Zelfs al ben je Leonard Nolens, dan nog blijft de taal onbekwaam om uit te drukken wat je voelt. En dus moet je woorden uitspreken die de nieuwsgierigheid prikkelen naar wat niet wordt gezegd. Om diezelfde reden hou ik van poëzie: slechts enkele lijnen staan voor een hele wereld.’
Recht op repliek
De woorden waarmee Marguerite Duras de stilte invult, maken van de waterafsluiter een vreselijke man zonder enig moreel besef, die rechtstreeks verantwoordelijk is voor de dood van het gezin.
Waarom moet die waterafsluiter per se zo’n onuitstaanbaar type zijn? vroeg Dirk Roofthooft zich opeens af. ‘Wie weet was hij in werkelijkheid wel een heel lieve man?’ Hij vond zichzelf een domme lezer: ‘Waarom had ik daar 15 jaar lang niet bij stilgestaan?’ En hij sloeg aan het fantaseren. Is de moeder niet méér verantwoordelijkheid voor de dood van haar gezin dan de werknemer van de watermaatschappij? ‘Ik vond plotseling dat die man op zijn minst een repliek verdiende. En dus heb ik er één geschreven.’ De waterafsluiter gaat eerst fel in de verdediging. Daarna wordt hij klein en immobiel: ‘De opgeblazen kikker verdwijnt en je ziet in dat hij die dag ook een beetje gestorven is: hij lijdt enorm onder de gevolgen van zijn daad. De versie van Duras kwam me nu iets te zwart-wit over.’
Minestrone
De voorstelling biedt de verschillende interpretaties aan, maar neemt zelf geen standpunt in. ‘De verantwoordelijkheid flipt alle kanten uit’, zegt Dirk Roofthooft. ‘Ik vind het te simpel om verantwoordelijkheid en schuld zomaar bij één persoon te leggen. Een mens is toch maar een muntstuk op zijn kant dat door omstandigheden de ene of de andere richting uit valt? Achteraf is het altijd gemakkelijk om een keuze of beslissing als goed of fout te beoordelen, maar op het moment zelf ben je je soms niet eens bewust van een keuze. Desondanks draag je er wel voor de rest van je leven de gevolgen van.’ Roofthooft wil met zijn voorstelling het publiek vooral aan het denken zetten. Waar ligt de verantwoordelijkheid van de waterafsluiter, van de samenleving, van de vrouw die beslist over het leven van haar kinderen? ‘Onze maatschappij zoekt graag een zondebok. Zodra je een schuldige hebt aangewezen, gaat de rest vrijuit. Maar zo eenvoudig is het niet. Ik hoop daarom dat de mensen na de voorstelling zullen discussiëren en er verschillende interpretaties op na zullen houden. Ik hou niet van een onderverdeling in hokjes: dit is goed en dat is slecht. Dat is mannelijk en dit is vrouwelijk. Het leven is een soep en dat is maar goed ook: een minestrone waarin alles door elkaar loopt. Je hoeft de stukjes heus niet uit elkaar te vissen om ze te laten smaken. Laat het allemaal maar complex zijn.’
Je vindt de speellijst hier.